zondag, augustus 20, 2006

Pyrofani Poems van Roger Green


Stel je eens voor:

Je schrijft wel eens wat en na veel geploeter en gezweet lukt het je om je boek gepubliceerd te krijgen, zowaar voorzien van een ISBN en te bestellen via www.amazon.com. Laten we eens zeggen dat dit boek bijvoorbeeld 'Hydra and the bananas of Leonard Cohen' heet (zie link).
Ik kan me indenken dat je dan best trots bent.

Vervolgens publiceer je een gedichtenbundel. Kolderige spotgedichten. Op rijm, dat dan weer wel (en dat kan tegenwoordig toch niet meer...gedichten op rijm), maar ach, je bent van die oude stempel die daar nog een nostalgische charme in ziet. De gemoderniseerde gedichten zijn niet zo aan jou besteed.

Op een zwoele avond ontmoet je een bijzondere vrouw en 'fellow poet', genaamd Sallie. Na wat gezamenlijk dronken gebral in de ruimte ren je naar huis om terug te snellen met een gesigneerde kopie van je boek, voorzien van enkele oprecht gemeende woorden: 'For Sallie, Fellow Poet. With love & fellowship, Roger / Athens'.


Sallie zie je nooit meer terug, zij gaat op doorreis naar Kreta voordat ze weer naar het koude Engeland terugkeert.

Op maandagmorgen treft de hostess van een touroperator in Chania je afgedankte boek aan in de hotelbibliotheek, tussen de kasteel- en streekromannetjes. Ze vraagt zich af: waarom doet iemand afstand van een gesigneerd boek met een persoonlijke opmerking daarin? Was het jaloezie van een minder getalenteerde dichteres? Of vond ze zijn gedichten zum kotzen?

Ik zal het wel nooit te weten komen (al kan ik de schrijver natuurlijk gewoon opbellen om het hem te vragen, zijn telefoonnummer staat in het boekje vermeld).
Desondanks wil ik jullie de het volgende fragment niet onthouden:

On Mount Olympus one peaceful day
Zeus was fiddling with a lump of clay,

Before he could let off a thunder-clap

He'd shaped it into a handsome chap

And popped him into the oven to bake

Just as though he had been a cake.
He showed the fellow to Hera, his wife
And asked: 'Shall I give him the breath of life?'

'Zeus my dear, what
have you been cooking?
I must say he is rather good-looking.
Go ahead, darling and animate him

And, if you don't mind, I'd like to date him'

'All right, he lives. But you can forget
Any lustful plants to make him your pet...

Unfortunately, as Zeus was dreaming,
Along came sexy Apollo screaming:

'You know I won't suffer a mortal to be

More hansome or better endowed then me!'

Citaat uit: Pyrofani Poems van Roger Green

woensdag, augustus 09, 2006

Chaim Potok

Ik heb er oog voor gekregen.
Zelfs op een afstand van ruim 30 meter herken ik een nederlandstalig boek en kan ik meestal inschatten of het wat is of niet. Vreemd maar waar.
Recent gepubliceerde nederlandstalige boeken zien er vrij uniform uit: kaft (kleur, vorm, hoe ingenaaid), Lettertype en de formaat van het boek.
Vorige week zag ik dan ook, terwijl ik een meeting gaf aan mijn nieuwe gasten, vanuit mijn linkerooghoek een nieuw boek in de hotelbibliotheek staan, waarvan ik bijna zeker wist dat het wat was. Waarschijnlijk heb ik er een zintuig voor ontwikkeld (het boekenontdekzintuig). Hoe dan ook, het was gewoon pijnlijk om mijn meeting eerst te moeten afmaken voordat ik daadwerkelijk kon gaan kijken welk boek mijn aandacht had getrokken.
Het was ‘Oude mannen om middernacht’ van Chaim Potok.
In mijn tas gestoken en de dagen daarna gelezen.
Ik had nog nooit iets gelezen van Potok. Een blik op internet opende een wereld waar werd gesproken over Potokiaanse thematiek en symboliek. En ik verkeerde tot gisteren in complete onwetendheid, me enkel bezig houdend met Deboriaanse thematiek.
Maar nu ben ik ingewijd in deze Potokiaanse thematieken. De termen kweken de suggestie dat zijn boeken moeilijk te verteren zijn, doorspekt met ingewikkelde woorden en onleesbare filosofische verhandelingen. Maar niets is minder waar!
De thema’s die Potok bespreekt zijn zwaar - zeer zwaar - maar hij beschrijft ze met een ongelofelijke tederheid, die uitermate ontroerd.
‘Oude mannen om middernacht’ is een trilogie, waarin Davita Chandal een belangrijke rol speelt (volgens de kaft heeft ze de hoofdrol, ik heb dit echter niet zo ervaren). De bundel bevat de novellen: De arkenbouwer, De oorlogsdokter en De troop-leraar.
De beschrijvingen van ogenschijnlijk onbelangrijke personen in de verhalen maken het meeste los bij de lezer. De dokter die ware interesse toont, de arkenbouwer Reb Binyomin, het waren deze korte ontmoetingen met vreemdelingen die de hoofdkarakters verheven, nietig maakten, maar uiteindelijk hielpen overleven.
Wat ik uitzonderlijk vond aan deze trilogie is hoe Potok met zulke eenvoudige bewoordingen vreselijke ervaringen te boek kon stellen.
Het zijn wreedheden die nauwelijks te beschrijven zijn, en toch heeft hij het voor elkaar gekregen, met een pijnlijke zachtheid en zonder ook maar een seconde vulgair of obsceen te worden.
Ook trof ik de afgelopen week in het voorbijgaan ‘Het doorgeefmeisje’ van Paul Koeck en ‘Nieuwe buren’ van Saskia Noort aan. Boeken van een ander niveau, naar ik vermoed doorspekt met obsceniteiten. Mag ook wel eens, zo af en toe, niet?
In ieder geval: Potok is een blijver, ik ga in de toekomst zeker meer van hem lezen!

donderdag, augustus 03, 2006

De Bibliofiel


Een leven zonder boeken is steriel,
je laat te weinig in je hoofd gebeuren.
Want boeken openen gesloten deuren,
behalve voor de ware bibliofiel.

Die koopt zijn boeken louter om hun kleuren,
de linnen rug van eersteklas textiel,
en of de inhoud hem nu wel beviel,
daar hoor je hem maar zelden over zeuren.

Het gaat hem om het boek als stof'lijk blijk
van zetkunst, drukkunst en geschept papier :
een voorwerp dat je liefderijk kunt strelen.

Alleen de aanblik doet hem maar plezier,
hij leest het niet , het staat alleen te kijk,
de inhoud zal hem daarom nooit vervelen.

Nico Scheepmaker
uit "Niet nog een Boek"